Casanova ontmoet een nieuwe bediende die getuige zal zijn van de laatste momenten van zijn leven. Hij verlaat een Zwitsers kasteel met de dappere en losbandige sfeer die typerend is voor de 18e eeuw en brengt zijn laatste dagen door in de arme en donkere landen van Noord-Europa. Daar storten zijn wereld van wereldsgezindheid en zijn rationalistische denken in als gevolg van een nieuwe, gewelddadige, esoterische en romantische kracht, vertegenwoordigd door Dracula en zijn eeuwige macht.